Het zoete lijden van het wielrennen: de unieke worstelingen van Wout van Aert en Robert Gesink
Wielrennen wordt vaak omschreven als een sport die plezier en pijn in gelijke mate combineert, waarbij het “zoete lijden” deel uitmaakt van de aantrekkingskracht. Twee renners belichamen deze paradox op verschillende manieren: Wout van Aert, die nog steeds op het hoogste niveau presteert, en Robert Gesink, die geniet van zijn pensioen maar nog steeds aangetrokken wordt tot de fiets. Hoewel ze heel verschillende paden bewandelen, illustreren beide renners hoe de onweerstaanbare uitdaging van het wielrennen zelfs de meest succesvolle atleten in zijn greep houdt.
Wout van Aert: worstelt met het ‘cyclocrossvirus’?
Wout van Aert is geen onbekende in lijden in naam van wielersucces. Van het domineren van de klassiekers tot het worden van een sleutelfiguur in de Tour de France, hij heeft allerlei soorten uitdagingen meegemaakt. Zijn recente Strava-bericht liet fans echter in verwarring achter toen hij zijn ziekte in cryptische bewoordingen beschreef: “Ik heb een ziekte, en het is een heel specifieke”, schreef hij in het Nederlands. De post riep verschillende vragen op over wat voor soort ziekte hij bedoelde: was het fysiek of iets meer metaforisch?
Een mogelijkheid is dat Van Aert het heeft over de “cyclo-cross-microbe”, verwijzend naar de intensiteit en verslavende aard van de sport. Gezien zijn succes in het veldrijden en het laagseizoen een tijd is om zich op deze discipline te concentreren, is het mogelijk dat hij verlangt naar die zware, modderige gevechten. Een andere theorie heeft betrekking op de “rattenziekte” waar hij humoristisch naar verwees na zijn slopende poging op de Col des Rates.
Of Van Aerts “ziekte” zou een simpele knipoog kunnen zijn naar het feit dat hij zich niet lekker voelt, waardoor zijn keuze om een rit aan te gaan met drie bergbeklimmingen en 1800 meter hoogteverschil een gedurfde en verwarrende beslissing was. Of het nu een metafoor of een echt gezondheidsprobleem is, Van Aerts bericht illustreert dat het zoete lijden van het wielrennen iets is waar hij niet gemakkelijk aan kan ontsnappen.
Robert Gesink: wielerpensioen en ‘slechte beslissingen’
In schril contrast hiermee heeft Robert Gesink zijn pensioen omarmd met een gevoel voor humor. Gesink staat bekend om zijn sterke prestaties in grote rondes, maar zijn leven na het wielrennen lijkt gevuld te zijn met goede tijden en, zoals hij ze noemt, ‘slechte beslissingen’. Onlangs nam hij deel aan een slopende grindrit van 152 km van Velodrom Barcelona naar Hors Catégorie Girona.
Ondanks dat de rit lang en veeleisend was, deelde Gesink snel de luchtige kant van zijn avontuur. ‘Slechte beslissingen, beste verhalen’, schreef hij op Instagram, vierend de kameraadschap van vrienden en de beloning van koude biertjes en hamburgers na een uitdagende dag. Voor Gesink draait wielrennen na zijn pensioen niet langer om het najagen van raceresultaten, maar om het genieten van de reis met dierbaren.
Hoewel Van Aert en Gesink zich in verschillende stadia van hun carrière bevinden, voelen ze zich allebei nog steeds aangetrokken tot de fiets, wat de blijvende aantrekkingskracht van het zoete lijden van de wielersport belichaamt. Voor Van Aert is het de strijd met zijn eigen beperkingen, terwijl het voor Gesink draait om het maximale uit elke rit halen, zelfs als dat gepaard gaat met een paar “slechte beslissingen” onderweg.
Leave a Reply